Weet je dat niet? Kijk zo begint het!
De naam van (Alois) Alzheimer is gegeven aan de ziekte van Alzheimer. Hij beschreef de ziekte voor het eerst op 4 november 1906 tijdens een congres in Tubingen als eine eigenartige Erkrankung der Hirnrinde (een vreemde ziekte van de hersenschors/cortex). Hij beschreef hierin een patient die bij hem in het instituut in Frankfurt was opgenomen en dit was de eerste gedocumenteerde patiente met dementie die uiteindelijk Alzheimers naam zou krijgen.
Op 25 november 1901 werd Auguste Deter, een 51 jarige vrouw bij Alzheimer gebracht. Deter had last van geheugenuitval, afasie, desoriëntatie en iets wat psychosociale incompetentie (dementie) wordt genoemd. Haar conditie verergerde in de loop van de tijd en ze kreeg ook last van hallucinaties.
In april 1906 stierf mevrouw Deter. Alzheimer werkte toen in Munchen, maar vroeg of hij de gegevens van Deter toegestuurd kon krijgen.
Postmortem hersenonderzoek liet zien dat Deter ironisch genoeg waarschijnlijk was gestorven aan arteriosclerosis, en niet door pathologieen die met Alzheimer worden geassocieert, maar er waren ook ander dingen in de hersenen te zien.
Alzheimer beschreef dit in Tubingen als volgt (Hij deed dat waarschijnljk in het Duits, maar ik heb alleen een Engelse vertaling):
In the centre of an otherwise almost normal cell there stands out one or several fibrils [neurofibrillen, zie afbeelding TA] due to their characteristic thickness and peculiar impregnability. Numerous small miliary foci [amyloid plaques, TA] are found in the superior layers. They are determined by the storage of a peculiar material in the cortex. All in all we have to face a peculiar disease process [which has] been verified recently in large numbers.
Afbeelding uit een publicatie van Alzheimer uit 1911 van Neurofibrillen uit Deters hersenen.
Dat de ziekte uiteindelijk naar Alzheimer is genoemd dankt hij aan Emil Kraepelin, zijn chef in de kliniek in Munchen. Dezelfde ziektebeelden waren namelijk al eerder beschreven door Oskar Fischer, Fancesco Bonfiglio en Graetano Perusini. Kraepelin nam Alzheimers beschrijving in 1910 op in de achtste editie van het boek Psychiatrie en daarin noemt Kraepelin de de ziekte naar zijn collega Alzheimer (wat uiteraard het prestige van zijn kliniek verhoogde).